Wat
“Toumaï’” betekent “Hoop op leven” in de taal van het Toeboe-volk in de centrale Sahara. De term verwijst naar kinderen die geboren worden in het droge seizoen, wanneer de kans op overleven klein is. Het is ook de bijnaam van in Tsjaad ontdekte fossiele resten van een primaat – een mogelijke ontbrekende schakel in de evolutie van de mens, een symbolische schakel die ons verbindt met al het leven op aarde.
De laatste productie van Thierry Smits put uit het register van de dystopie. Met humor, tragiek en poëzie worden contrasterende visioenen – zeg maar, hallucinaties – opgevoerd die de toekomst van de mensheid schetsen na een bioklimatologische ineenstorting. Die visioenen bestaan uit gedesoriënteerde lichamen, ontkennende wereldbeelden, gewelddadige impulsen, vage herinneringen aan de huidige productiviteitsgekte en echo’s van strijdkreten van het ecofeminisme. Een sombere schets, die weinig ruimte laat voor hoop, op enkele vluchtige beelden na die we ons terloops kunnen herinneren naargelang ons persoonlijke vermogen tot optimisme.
In interactie met een raadselachtige zwarte container – die een eigen choreografie meekrijgt – vertaalt de lumineuze cast van Toumaï onze mogelijke toekomst in plastische, sonore, tastbare en radicale situaties, ergens tussen totale catastrofe en veerkrachtig overleven.
Vol verlangens en levenslust zoeken hun lichamen antwoorden op vragen waarmee ze onvermijdelijk worden geconfronteerd: de transitie naar een betere wereld of de aanpassing aan de nieuwe wereld? De visioenen beschrijven zonder voorkeur de diverse paden die de dansers verkennen.
In vijf tableaus plaatst de voorstelling vraagtekens bij ons huidige ongebreidelde consumentisme en extractivisme. Hoe reageren lichamen als die manier van leven, die ze gewend zijn en waaraan ze zich tegoed doen, plots onmogelijk wordt? Wellicht zullen ze eerst worstelen met het verlies van hun verworvenheden. Maar daarna…? Zullen ze zichzelf in vraag stellen en al dan niet solidaire overlevingsstrategieën ontwikkelen?
Die hallucinante landschappen worden her en der onderbroken door black-outs en geluidscreaties op basis van industriële geluiden die zijn opgenomen in fabrieken en distributiecentra. Daarnaast spreken voice-overs de overtuigingen uit van de groepjes mensen die al een halve eeuw waarschuwen, strijden en alternatieven voorstellen. Geconfronteerd met het algemene gebrek aan samenhang, proberen ze de onderlinge verbondenheid en de fundamentele waarden die ons binden opnieuw te bevestigen.